Een man mailt de ombudsman dat zijn urgentie voor een andere woning over twee weken zal aflopen. De man is bang dat het hem niet gaat lukken binnen de gestelde termijn een woning te vinden, omdat het hem tot nu toe niet gelukt is een passende woning te vinden. Bij het zoeken van een passende woning blijkt dit vaak achteraf geen geschikte woning (die voldoet aan de eisen van de indicatie). Mede daardoor wil hij een ruimere zoekkeuze om zijn mogelijkheden te vergroten. Hij vreest echter dat hij dan niet zal voldoen aan de voorwaarden van de afgeven beschikking en dat hij dan zijn verhuiskostenvergoeding mis zal lopen. De man geeft aan dat hij eerst zelf nog actie wil ondernemen voordat de ombudsman iets doet.

De ombudsman hoort niets meer van de man en neemt aan dat zijn bemoeienis niet meer nodig is.