Rapporten en zaakverslagen
Brieven over een uitkering en papierprikken
16-04-2015
Een man schrijft naar de ombudsman en zegt dat de gemeente niet heeft gereageerd op zijn brieven; zelfs niet als hij hierop aandringt. Al snel blijkt dat de gemeente hem wel heeft laten weten waarom ze niet reageren: Inhoudelijk gaat het over een uitkeringskwestie van zijn volwassen zoon. De zoon moet als tegenprestatie voor zijn uitkering papierprikken. De zoon, maar ook de vader vindt dit onbegrijpelijk. In hun ogen is het werk dat wordt gedaan door mensen die een taakstraf opgelegd hebben gekregen, maar niet door mensen met een uitkering; mensen die hun baan hebben verloren.
De zoon komt daarom niet of alleen even op het werk en zijn uitkering wordt beëindigd.
Naar aanleiding van de klacht van de man neemt de ombudsman contact op en vraagt hem of hij bereid is om samen met zijn zoon in gesprek te gaan met de gemeente. Het lijkt erop dat hier met wat uitleg over rechten en plichten, maar met een oor voor de gevoelens van deze mensen, de lucht geklaard kan worden. Vader en zoon blijken bereid te zijn het gesprek aan te gaan en de ombudsman vraagt de gemeente dit gesprek te arrangeren.
Een maand later belt de ombudsman de vader en vraagt hoe een en ander is verlopen.
De man laat weten tevreden te zijn met het gesprek, al heeft qua uitkering voor zijn zoon niets veranderd. De zoon wil het werk niet doen, zijn vader steunt hem daarin en onderhoudt hem. De zoon zoekt hard verder naar een betaalde baan en hoopt dat dit binnenkort resultaat heeft.