Op het spreekuur van de ombudsman komt een man die ontevreden is over DWI. Hij is door het Juridisch Loket verwezen naar een advocaat die hem bijstaat in een echtscheidingsprocedure. Omdat de man een laag inkomen heeft komt hij in beginsel in aanmerking voor gefinancierde rechtsbijstand. In dit verband vraagt de advocaat voor de man een toevoeging aan. Enkele dagen later dient de advocaat voor de man bij DWI een aanvraag in, in verband met de eigen bijdrage die de man aan de advocaat moet betalen.

DWI wijst de aanvraag af omdat deze eerder had moeten worden ingediend; namelijk voor of uiterlijk op de dag dat de toevoeging werd aangevraagd. Door het te laat indienen van de aanvraag heeft de man nu een rekening waarvoor DWI geen bijzondere bijstand verstrekt.

De ombudsman laat de man weten dat de afwijzing van DWI in overeenstemming is met de regels.

Hij attendeert de man op de mogelijkheid zijn advocaat aansprakelijk te stellen voor de kosten die nu voor zijn rekening komen.