Een man bezoekt een familielid in het ziekenhuis. Hij is zelf werkzaam in het ziekenhuis maar kan  de auto niet kwijt op de personeelsparkeerplaats. Hij parkeert de auto, tussen andere auto’s, in de toerit naar het parkeerterrein. Als de man ’s avonds naar huis wil blijkt het voertuig te zijn weggesleept omdat de auto het verkeer zou belemmeren. Het wegslepen is gebeurd op verzoek van het ziekenhuis. Pas na betaling van € 373,- kan de auto meegenomen worden van het depot van de gemeente aan de Daniel Goedkoopstraat. De eigenaar van de auto gaat in bezwaar en voert onder meer aan dat het niet duidelijk is of het een openbare weg betreft en dat er geen overlast werd veroorzaakt voor het overige verkeer. De gemeente verklaart het bezwaarschrift ongegrond en stelt dat ook een provisorische weg onder de Wegenverkeerswet valt en dat vrachtverkeer hinder van de auto zou kunnen ondervinden. Nadat de zaak aan hem is voorgelegd laat de ombudsman weten geen aanknopingspunten te zien voor een onderzoek. Hij wijst de eigenaar van de auto op de mogelijkheid beroep aan te tekenen tegen de afwijzende beslissing op bezwaar. Hij geeft hierbij in overweging om eerst advies te vragen bij het juridisch loket.