Een alleenstaande moeder bezoekt het spreekuur van de ombudsman met het volgende:

Haar bijstandsuitkering is per 1 januari 2015 verlaagd en volgens haar klopt dat niet. Zij komt er met de betrokken ambtenaar van DWI niet uit.

De ombudsman legt aan de hand van de specificaties uit, dat door de Participatiewet zij minder geld van DWI krijgt, maar een toeslag van de Belastingdienst. Zij vertelt die toeslag te hebben ontvangen.

Op de specificaties is buiten de verlaging niets bijzonders te zien. Desgewenst kan zij bij het Juridisch Loket de juiste bedragen laten controleren of bij DWI nogmaals om uitleg vragen.

Ook vertelt de vrouw dat zij sinds augustus 2001 een woning met gebreken bewoont. Destijds is na een procedure bij de Huurcommissie de huur verlaagd. In 2011 is zij opnieuw naar de Huurcommissie gegaan, maar heeft toen de procedure verloren waardoor de huurprijs niet nogmaals werd verlaagd.

Vervolgens is zij bij het Wijksteunpunt Wonen geweest en dat heeft er via contacten met het Stadsdeel voor gezorgd dat de verhuurder is aangeschreven tot het plegen van onderhoud. De verhuurder heeft nu een afspraak met haar gemaakt om dit uit te voeren. Zij is van mening, dat dit al veel had moeten gebeuren, namelijk bij aanvang huurcontract. Er zijn toen echter geen contacten geweest met het Wijksteunpunt Wonen of het Stadsdeel. Zij heeft een advocaat. De ombudsman adviseert haar dit punt eerst met de advocaat te bespreken. De ombudsman ziet vooralsnog geen rol voor zich weggelegd en sluit het dossier.