Een huurder van een opslagruimte in Amsterdam beklaagt zich bij de Gemeentelijke Ombudsman over twee lekkages die in zijn toenmalige opslagruimte plaatsvonden. De eerste lekkage vond in 2013 plaats waarbij er een schade van €3.600  ontstond.. Deze schade weerd vastgesteld door een verzekeringsmaatschappij. De tweede lekkage vond in 2014 plaats.

De huurder heeft zijn verhuurder aansprakelijk gesteld voor de opgelopen schade. De verzekeraar van de verhuurder heeft deze claim afgewezen omdat de oorzaak niet is gevonden en omdat het een eenmalige gebeurtenis zou zijn. De huurder verneemt van een buurman dat er eerder sprake is geweest van schade door wateroverlast in deze opslagruimte, bij een vorige huurder. Dit sterkt hem in zijn vermoeden dat de schade door de kolk wordt veroorzaakt. Na de tweede lekkage stelt de huurder opnieuw de verhuurder aansprakelijk. Wederom wordt de aansprakelijkheidsstelling door de verzekeraar afgewezen. Volgens de verhuurder moet de huurder Waternet aansprakelijk stellen. 

De oorzaak van de lekkage is onduidelijk. Daardoor is het ook onduidelijk wie aansprakelijk is voor de schade. Kern van de klacht is dat de huurder door diverse partijen ‘van het kastje naar de muur’ wordt gestuurd. De ombudsman nodigt daarom alle betrokken partijen uit om de situatie met zijn allen ter plekke te bespreken.  

Op basis van de bevindingen concludeert de ombudsman dat de verhuurder verantwoordelijk is voor het onderhoud van de betreffende kolk. De oorzaak van de schade is niet meer te achterhalen. De verhuurder is verantwoordelijk voor een droge ruimte. De verhuurder zal de kwestie opnieuw voorleggen aan hun verzekeraar. Waternet biedt aan op korte termijn met een camera te controleren of er in de kopleiding een probleem te zien is. Als de verzekeraar de schade niet vergoedt, kan de huurder zijn zaak aan de rechter voorleggen nu het om een privaatrechtelijk probleem gaat.