Een vrouw uit Amsterdam belt de ombudsman en schetst de situatie met haar huiseigenaar.

Van begin af aan, zo’n 18 jaar geleden, zijn er al problemen met achterstallig onderhoud en ondervindt de vrouw overlast. De overlast bestaat op dat moment uit geluidsoverlast (wegens illegale verhuur van de etage boven haar aan toeristen) en stankoverlast (verbouwings- en schilderwerkzaamheden aan de etage onder haar). De verhuurder wil de huur opzeggen, maar over de voorwaarden worden zij het niet eens. De vrouw wil nu in de woning blijven.

De vrouw stelt dat zij op een nette manier niet verder komt met allerlei betrokken instanties (Huurteam,  Bouw- en Woningtoezicht, politie en brandweer). Haar juridische mogelijkheden zijn uitgeput en zelf is zij dat ook. De vrouw zal nadere stukken toesturen waaruit blijkt dat ze van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Omdat de stukken uitblijven, benadert de ombudsman haar telefonisch. Zij geeft dan aan dat al haar energie is uitgegaan naar het aankaarten van de illegale verhuur. De overlast van de verbouwing is inmiddels gestopt. Omdat hij ook daarna geen stukken ontvangt  gaat de ombudsman over tot het sluiten van het dossier.