Rapporten en zaakverslagen
Behandeling van een aanvraag uittreksel BRP waarin de echtscheiding in het buitenland verwerkt is
28-05-2015
Een Iraans-Nederlandse man trouwt in 1996 met een Iraanse vrouw. Omdat het haar niet lukt om een verblijfsvergunning te bemachtigen, is het huwelijk bijna direct effectief over. De man en de vrouw gaan echter nooit een scheiding aan. In 2007 verhuisd de man naar Turkije om daar een nieuw leven op te bouwen. Na verloop van tijd ontmoet hij zijn huidige partner , waarmee hij wil trouwen. Omdat de man in Nederland nog getrouwd is, vraagt hij hier een scheiding aan. De rechter verklaart zich onbevoegd omdat de man noch de vrouw in Nederland woonachtig zijn. Uiteindelijk lukt het de man om in Turkije te scheiden. Om een huwelijk aan te gaan vraagt de Turkse burgerlijke stand de man echter om een uittreksel uit het Nederlandse bevolkingsregister waaruit blijkt dat hij in Nederland niet getrouwd is. De man wendt zich hierop tot Stadsdeel Zuidoost, zijn laatste verblijfsplaats in Nederland met het verzoek om een uittreksel. Het stadsdeel weigert dit. Omdat de man geen inwoner is van Nederland is zijn ‘persoonslijst’ in de Burgerlijke stand opgeschort. De man wordt door het stadsdeel naar het ministerie van binnenlandse zaken verwezen. Wellicht kan de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens de scheiding verwerken in de Registratie Niet- Ingezeten (RNI). Deze afdeling stuurt de man echter door naar het Team Landelijke taken van de Gemeente Den Haag. Deze afdeling registreert zaken als overlijden en huwelijken van Nederlanders die in het buitenland wonen. Ook hier krijgt de man te horen dat het niet mogelijk is zijn scheiding te registreren in de Nederlandse Basisregistratie Personen omdat hij hier niet ingeschreven staat. Het feit dat hij nog in bezit is van de Nederlandse nationaliteit doet daar niets aan af. De man wordt door Landelijke Taken weer terugverwezen naar Binnenlandse Zaken, waar de man een klacht indient. In de reactie op de klacht stuurt Binnenlandse Zaken de man weer terug naar het team Landelijke Taken van de gemeente Den Haag. De man dient hierop tevens een klacht in bij Stadsdeel Zuidoost en de burgemeester van Amsterdam. Hij wendt zich tot slot tot de Nationale Ombudsman die het verzoek doorstuurt naar de Gemeentelijke Ombudsman. Van de gemeente verneemt de ombudsman dat het stadsdeel inmiddels met Binnenlandse Zaken in overleg is over een oplossing. Daarnaast treedt dienstverlening in overleg met het Nederlands consulaat in Turkije. Ook uit deze reactie maakt de ombudsman op dat het niet mogelijk is om de echtscheiding te verwerken in de Turkse registers. Omdat artikel 2.1 lid 2 stelt dat de persoonslijst van iemand die in het buitenland woont, wordt opgeschort. De Gemeentelijke Ombudsman is niet bevoegd te oordelen over de inhoud van regelgeving. Het consulaat kan echter wel een certificaat uitgeven waaruit blijkt dat de man volgens de Nederlandse staat bevoegd is om in het huwelijk te treden. Dat betekent ook dat de Nederlandse staat erkent dat de man niet meer getrouwd is. Dit zou in Turkije voldoende moeten zijn om opnieuw in het huwelijk te treden. Het feit dat de man herhaaldelijk van het kastje naar de muur gestuurd is, verdient geen schoonheidsprijs. Nu de zaak echter opgelost lijkt te zijn, sluit de ombudsman het dossier.