Een vrouw ontvangt een brief van de gemeente Almere waarin staat dat zij deel moet nemen aan een sollicitatie training.  De vrouw wordt maandag bij de training verwacht. Omdat de vrouw geen geld heeft om een OV- kaartje te kopen neemt zij vlak voor het weekend contact met de trainer op. Die vertelt haar dat zij een reiskostenvergoeding kan krijgen maar deze kan zij echter niet voor maandag ontvangen. De vrouw ontvangt maandag na 12:00 uur huur- en zorgtoeslag. Om deze reden kan zij de reiskosten niet voorschieten. Met de fiets naar de training is geen optie omdat haar zoon die nodig heeft om op school te komen. In de brief die zij ontvangen heeft, staat dat de training verplicht is en afwezigheid gevolgen heeft voor haar uitkering. Mevrouw maakt zich hier zorgen om. De ombudsman vraagt via een spoed informatieverzoek aan de gemeente of de vrouw voor maandag reiskostenvergoeding kan ontvangen. Hierop laat de gemeente weten dat de vrouw maandag reiskostenvergoeding zal ontvangen. Hierdoor kan zij de training op dinsdag bijwonen. Het niet bijwonen van de training op maandag heeft geen nadelige gevolgen gezien de situatie van de vrouw. De ombudsman informeert de vrouw hierover en verneemt vervolgens dat zij maandag geen voorschot heeft ontvangen. Volgens de gemeente is dit een probleem wat bij de bank ligt omdat zij het voorschot hebben overgemaakt. De vrouw wordt diezelfde week wederom bij de training verwacht. Daar kan ze de kwestie met een medewerker bespreken en ook kan zij direct contact met de klachtencoördinator opnemen. De ombudsman houdt de zaak een tijdje open zodat de vrouw zich wederom tot hem kan wenden indien zij er niet uitkomt.