Een man schrijft de ombudsman een probleem te hebben met een incassobureau dat in opdracht van de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA) heeft aangekondigd beslag te gaan leggen op zijn inboedel. De reden hiervoor zijn meerdere belastingaanslagen uit voorbije jaren.

In de jaren waar het om gaat was hij student met een laag inkomen en zegt hij kwijtschelding te hebben aangevraagd. De Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA) stelt zijn verzoeken om kwijtschelding destijds nooit te hebben ontvangen, maar brieven te hebben gestuurd om hem aan te manen tot betalen. De man zegt nooit iets te hebben ontvangen van DBGA en daarom nu te hebben gevraagd om hem kopieën te sturen waaruit blijkt waar het precies om gaat, naar welk adres de correspondentie hierover het is gestuurd en wanneer een en ander verzonden is.

DBGA verwijst hem hiervoor naar het incassobureau terwijl het incassobureau juist naar DBGA verwijst.

De ombudsman heeft de man laten weten dat hij zijn verzoek opnieuw onder de aandacht brengt van  DBGA en bovendien vraagt om opschorting van alle invorderingsmaatregelen tot DBGA de kopieën aan de man heeft gestuurd. Afhankelijk van wat daaruit blijkt kan de man dan zijn vervolg stap bepalen.