Rapporten en zaakverslagen
Dwangsom na niet afbouwen huis
29-05-2015
In 2006 bouwt een echtpaar een huis en gaat er wonen. Op dat moment is de buitengevel nog niet klaar. In 2008 spreekt de gemeente het echtpaar erop aan dat het huis moet worden afgebouwd. Aangezien het huis niet wordt afgebouwd, schrijft de gemeente het echtpaar in 2009 aan en legt in 2012 een last onder dwangsom op met een begunstigingstermijn van 1 jaar en 5 maanden. Het huis moet voor 1 juni 2013 af zijn. Het echtpaar gaat niet in bezwaar omdat het in de veronderstelling verkeert tegen die tijd klaar te zijn. Evenmin ziet het echtpaar aanleiding om een verzoek tot verlenging van de begunstigingstermijn in te dienen. Nadat een toezichthouder vaststelt dat de werkzaamheden niet zijn voltooid, begint het echtpaar verschillende procedures om onder de dwangsom uit te komen. Ze voeren een bezwaar- en beroepsprocedure, een kort geding en een voorlopige voorzieningenprocedure. Zij verliezen alle procedures met als gevolg dat zij de dwangsom moeten betalen net als alle bijkomende kosten die met deze procedure gepaard gingen. Zij leggen de zaak aan de ombudsman voor. Terugkijkend vinden zij dat de gemeente veel te ver is gegaan. Dat zij de deadline niet hebben gehaald, heeft te maken met het feit dat zij voor een lastig materiaal voor hun huis hadden gekozen. Zij vragen zich af waar de redelijkheid en billijkheid was? Niemand klaagde, er was geen gevaarlijke situatie, zij hadden geen financieel voordeel en er was geen kans op herhaling. De ombudsman bestudeert de stukken en komt tot het volgende. Vaststaat dat de gemeente een instrument moet hebben om te bewerkstelligen dat wet- en regelgeving worden nageleefd. De gemeente kan daar ook van afzien maar dit mag weer niet tot willekeur leiden. Als ombudsman is hij niet bevoegd onderzoek te doen naar geschillen die aan de rechter zijn voorgelegd. In deze zaak is genoegzaam komen vast te staan dat de gemeente in haar recht stond om de dwangsom op te leggen en deze verbeurd te verklaren. Net als het echtpaar verwacht de ombudsman van de gemeente dat deze op een menselijke wijze met haar inwoners omgaat gebaseerd op redelijkheid en billijkheid. Toch is de ombudsman niet van mening dat de gemeente onbehoorlijk jegens hen heeft gehandeld. Het huis was in 2006 al bewoonbaar en de gemeente is er pas in 2012 toe overgegaan om een dwangsom op te leggen met een ruime begunstigingstermijn. Aangezien er al vele jaren zijn verstreken, acht de ombudsman de handelwijze van de gemeente niet onredelijk of onbillijk. De ombudsman ziet geen aanleiding geeft om onderzoek naar de gemeente te doen en sluit het dossier.