Rapporten en zaakverslagen
Taxxxivergunning
04-06-2015
Een taxichauffeur ontvangt eind september 2014 een brief van de gemeente (dd 25 september) waarin staat dat de TTO waarbij de chauffeur en zijn vervoerder zijn aangesloten de samenwerking heeft opgezegd en dat de chauffeur per 1 oktober 2014 niet meer bij deze TTO is aangesloten. Vanaf dat moment is zijn Taxxxivergunning niet meer geldig en zal deze worden ingetrokken. De zoon van de chauffeur zorgt ervoor dat zijn vader per 29 september is aangesloten bij een andere TTO. De nieuwe aanvraag is volgens de gemeente niet op tijd ingediend, met als gevolg dat de chauffeur per 1 oktober zijn beroep niet meer mag uitoefenen. Hij moet een nieuwe Taxxxivergunning aanvragen. Volgens de zoon heeft zijn vader geen redelijke termijn gekregen om over te stappen (3 werkdagen). De chauffeur heeft hierover namelijk nooit een bericht ontvangen van de TTO. De zoon wendt zich tot de ombudsman.
Uit onderzoek door de ombudsman volgt datde geldigheid van de individuele Taxxxivergunning automatich vervalt als een chauffeur geen aansluiting meer heeft bij een TTO. De gemeente zal de Taxxxivergunning dan intrekken (artikel 2.17, lid 2 onder d Taxiverordening Amsterdam). Een TTO moet de gemeente direct informeren over zaken als een opzegging van samenwerking met een chauffeur of vervoerder waar een chauffeur werkt (artikel 2.7, lid 5 onder b Taxiverordening Amsterdam). De gemeente kan de Taxxxivergunning op basis van die informatie vervolgens intrekken. De gemeente controleert niet of de samenwerkingsovereenkomst correct is opgezegd en of brieven daarover wel zijn ontvangen. Dat is een privaatrechtelijke zaak, tussen de chauffeur en de TTO. Het is dus aan de TTO om de (nog) aangesloten vervoerder of chauffeur op de hoogte te stellen van de opzegging van de samenwerking. De gemeente heeft de chauffeurs slechts ter informatie een brief gestuurd over de consequenties van de opzegging van de samenwerking.
Aanvullend laat de gemeente weten dat wordt ingezien dat het goed is chauffeurs te informeren over consequenties voor hun vergunning in dit soort situaties. Omdat de gemeente weinig actie bij de chauffeurs constateerde na de opzegging door de TTO, heeft de gemeente besloten een informerende brief aan de betrokken chauffeurs te sturen.
De betreffende chauffeurs konden tot 1 oktober met een nog geldige vergunning overstappen naar een andere TTO. Meer algemeen kan een chauffeur in principe doorrijden bij een overstap als hij daarvoor tijdig een aanvraag doet (dus vóórdat de vergunning verloopt), met inachtneming van een behandeltermijn voor de gemeente. Als een chauffeur een aanvraag doet op de dag voordat de vergunning verloopt en de gemeente bijvoorbeeld nog twee dagen nodig heeft om de aanvraag te behandelen, kan de chauffeur pas weer rijden als de gemeente de aanvraag heeft behandeld en de nieuwe raamkaart heeft gegeven. Een hele nieuwe Taxxxivergunning is dan niet nodig. Als de chauffeur een aanvraag voor een overstap doet na verloop van de vergunning, dan moet de chauffeur daarnaast een nieuwe Taxxxivergunning aanvragen. Dat neemt wat meer tijd in beslag waardoor de chauffeur langer tijdelijk niet kan rijden.
De zoon heeft zijn vader op 29 september weliswaar aangemeld bij een andere TTO, maar de gemeente heeft de aanvraag pas ontvangen op 6 oktober. Verder zijn de leges pas op 9 oktober betaald. De vergunning was toen al ingetrokken (per 2 oktober) en dus moest er een nieuwe Taxxxivergunning afgegeven worden. Deze is op 21 oktober verstrekt en opgehaald door de nieuwe TTO.
De ombudsman heeft gelet op deze toelichting geen vermoeden van onbehoorlijk handelen door de gemeente en sluit daarom het dossier.