Een bewoner van stadsdeel West vraagt een omgevingsvergunning aan voor “de uitbreiding van de dakopbouw die toegang geeft tot het dakterras.” De gevraagde aanvullende gegevens worden niet binnen de daartoe gestelde tijd verstrekt waarop de aanvraag buiten behandeling wordt gesteld. Het bezwaar tegen de in rekening gebrachte legeskosten wordt afgewezen evenals een tegen de gang van zaken ingediende klacht. Zo was de op het aanvraagformulier geuite wens van de man tot het geven van een persoonlijke toelichting over het hoofd gezien. Bij de bestudering van het dossier door de ombudsman blijkt er sprake van een welhaast Babylonische spraakverwarring. Begrippen als dakopbouw, daktoegang en toegangsopbouw worden door elkaar gebruikt. Dit resulteert in een mail van een medewerker van het stadsdeel aan de aannemer van de man waarin staat dat de maximale grootte van de dakopbouw niet meer dan zoveel vierkante meter mag bedragen, terwijl in de klachtafhandelingsbrief van het stadsdeel wordt gesteld dat dit maximum aantal vierkante meters alleen geldt voor de toegangsopbouw maar dat wanneer het om uitbreiding van de bergruimte gaat een vergroting in principe wel mogelijk is. Daar blijkt het de man nu juist om te doen. Vanwege al deze onduidelijkheden en misverstanden heeft de ombudsman het stadsdeel gevraagd de aanvraag voor de omgevingsvergunning opnieuw en ditmaal zonder daarvoor leges in rekening te brengen in behandeling te nemen. Vanzelfsprekend zonder zich vast te leggen over het resultaat van de vergunning aanvraag is het stadsdeel daartoe bereid.