Een vrouw beklaagt zich over de gang van zaken m.b.t. haar aanvraag scholierenvergoeding van begin maart 2015. De ombudsman neemt telefonisch contact met haar op en verneemt dat zij inmiddels een toezegging heeft van de dienst dat volgende week alles in orde komt. De ombudsman spreekt af, dat zij volgende week even laat weten of dat zo is. De ombudsman verneemt niets van haar en stuurt een mail ter herinnering. Wanneer de vrouw daar niet meer op reageert, gaat de ombudsman ervan uit dat het probleem is opgelost.