De gemeente heeft een vordering op een man wegens niet betaalde bouwleges. De vordering dateert uit 2009/2010. De man stelt zich op het standpunt dat de vordering te hoog is en dat hij geen bouwleges meer verschuldigd is. Begin 2015 stelt de Stafdienstbedrijfsvoering de man in de gelegenheid om alsnog berekeningen en betalingsbewijzen te overleggen om aan te tonen dat hij geen leges meer verschuldigd is. De gemeente ontvangt niet de gevraagde bescheiden en laat de man weten verder te gaan met de invordering. De man legt de zaak aan de ombudsman voor. Hij geeft daarbij aan dat hij graag een persoonlijk gesprek met de gemeente wil om zijn zienswijze over het voetlicht te brengen. Volgens de man was de gemeente daar tot nu toe niet bereid. De ombudsman ziet geen aanleiding om onderzoek te doen naar de hoogte van de leges. Die is namelijk al in 2009/2010 vastgesteld. Zijn bezwaarschrift is gedeeltelijk gegrond verklaard maar de  man is daartegen niet in beroep gegaan. Evenmin heeft hij de zaak destijds aan de ombudsman voorgelegd. De ombudsman vraagt de gemeente om met de man in gesprek te gaan. Aangezien de gemeente aan dat verzoek gehoor geeft, ziet de ombudsman verder geen aanleiding om onderzoek te doen en sluit het dossier.