Een stel uit Amsterdam bezoekt het spreekuur van de ombudsman. De vrouw had in 2014 ook al de hulp van de ombudsman ingeroepen vanwege problemen rondom haar schuldhulpverleningstraject. Door een interventie van de ombudsman is het traject destijds weer goed opgepakt.

De vrouw laat nu weten dat ze van de Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam (GKA) gehoord heeft dat er een afwijzende beslissing op haar kredietaanvraag is genomen omdat ze een geregistreerd partnerschap is aangegaan. Zij snapt dit niet omdat haar partner geen inkomen heeft. Uit de brief van de GKA wordt duidelijk dat de reden voor afwijzing het feit is dat niet alle crediteuren akkoord zijn met het voorstel van de GKA.  Daarop heeft het schuldhulpverleningsbureau de vrouw laten weten dat zij de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) adviseren.  Het paar wil dit echter absoluut niet, daarop is haar verteld dat ze dan alleen nog kan proberen om samen met haar partner opnieuw te beginnen met een schuldhulpverleningstraject.

Het schuldhulpverleningstraject laat weten dat dit klopt, de vrouw heeft niet doorgegeven dat ze een geregistreerd partnerschap is aangegaan en dit heeft nogal wat gevolgen voor haar financiële situatie.

Omdat men de impact hiervan voor de vrouw begrijpt, ze zit al jaren in een schuldhulpverleningstraject,  hebben ze de ontstane situatie en keuzemogelijkheden ook met de begeleiders van de vrouw doorgesproken zodat deze het stel kunnen bijstaan in het maken van een weloverwogen keuze. Ze heeft daarom ook wat meer bedenktijd gekregen.

Deze klant- en oplossingsgerichte reactie is voor de ombudsman aanleiding het dossier te sluiten