Rapporten en zaakverslagen
Behandeling bezwaarschrift over berekining bijstandsuitkering
02-07-2015
Een jongeman werkt op oproepbasis en ontvangt een aanvullende bijstandsuitkering. Als hij meer inkomsten uit werk heeft dan de bijstandsnorm stopt de gemeente Almere zijn uitkering. In september 2014 heeft hij 26 weken gewerkt en komt hij in aanmerking voor WW. In oktober blijkt hij in september onder de bijstandnorm te zitten en dus bijstand nodig te hebben vanaf 1 september. Uiteindelijk komt de aanvraag pas op 27 november tot stand. De gemeente kent de bijstand toe vanaf het moment dat zijn WW uitkering afloopt in januari. Zijn bezwaarschrift tegen begindatum van de bijstand verklaart de gemeente ongegrond omdat WWB niet met terugwerkende kracht mag worden verstrekt en de aanvraag na september is ingediend. Zijn moeder die zijn gemachtigde is, komt bij de ombudsman als hij ook nog in beroep kan gaan bij de rechter. De ombudsman vraagt te kiezen tussen een gang naar de rechter en een verzoek om onderzoek door de ombudsman en wijst op de mogelijkheid om hierover advies in te winnen bij het Juridisch Loket en Sociaal Raadslieden. Als de ombudsman verneemt dat de keuze op de beroepsprocedure is gevallen, sluit hij het dossier. De ombudsman zal dus geen onderzoek doen in dit dossier, maar ziet het verhaal van deze man wel als signaal dat iemand met wisselende inkomsten een gat heeft in zijn inkomsten als achteraf blijkt dat hij minder dan de bijstandsnorm verdient. De ombudsman vraagt zich in het algemeen af hoe dit voorkomen kan worden.