Een man vraag een bijstandsuitkering aan bij Werk, Participatie en Inkomen (WPI). Op de website van WPI ziet hij dat er binnen 5 dagen na de aanvraag contact opgenomen wordt. Na twee en halve week neemt hij zelf telefonisch contact op. Hij wordt uitgenodigd voor een informatiedag. Tijdens deze dag wordt hem verteld dat hij een voorschot kan aanvragen. Een dag later vindt er een gesprek met een klantadviseur plaats. De man geeft tijdens dit gesprek aan dat hij een voorschot wil. Hij krijgt over het voorschot en de status van de aanvraag geen duidelijkheid. De man heeft sinds april 2015 geen inkomen meer. Hierdoor zal hij waarschijnlijk in ernstige financiële problemen raken. De huur en andere vaste lasten zegt hij niet te kunnen betalen. Na een telefonisch gesprek met het bureau van de ombudsman wordt de man door WPI gebeld. Het voorschot wordt overgemaakt. Nu de spoed eraf is, adviseert de ombudsman de beslissing op de aanvraag af te wachten. Indien hij vervolgens niet tevreden is over de afhandeling van de aanvraag kan hij zijn klacht in eerste instantie aan de WPI voorleggen.