Een moeder en drie kinderen die enkele jaren in het buitenland hebben verbleven, keren in 2015 terug in Nederland. Ze vertelt dat ze door de vader was achtergelaten en er dreiging was van relationeel geweld. GGD Amsterdam vangt haar in maart 2015 op in een hotel, maar er is ook sprake van dat ze in een Blijf huis terecht kan buiten Amsterdam. Als de tijdelijke opvang in het hotel ten einde loopt en de moeder geen contact krijgt met haar behandelaar bij Vangnet Jeugd van de GGD komt ze bij de ombudsman. De ombudsman doet navraag en de GGD heeft voor een alternatief gezorgd in afwachting van een definitieve plaatsing bij Blijf. Enkele weken later blijken de zaken er anders voor te staan. De moeder is niet achtergelaten, maar de vader was vooruit gereisd, zij kon nog niet weg omdat haar paspoort was verlopen. Dit heeft ze opgebiecht bij gemeente. Ze is nog samen met de vader en wil het liefst met hem en de kinderen wonen in Nederland. Inmiddels is Jeugdbescherming Regio Amsterdam betrokken. De ombudsman begrijpt van Vangnet GGD dat JBRA nu de regie heeft en dat JBRA en gemeente nog gaan bezien wat het advies aan dit gezin wordt. Zo is nog niet duidelijk met welke gemeente in Nederland dit gezin de meeste binding heeft, als er al binding is. De ombudsman laat aan de moeder weten dat hij op dit moment geen rol voor zichzelf ziet. De gezinsmanager heeft de regie. De moeder zegt dat deze geen contact krijgt met de GGD voor overleg. Mocht de gezinsmanager tussenkomst van de ombudsman nodig achten voor contact met GGD, kan deze de ombudsman benaderen. De ombudsman verneemt niets meer van de moeder en sluit het dossier.