Rapporten en zaakverslagen
Schorsing en alternatieve woonruimte door Leger des Heils na aanvaring met medewerker
09-07-2015
Een man woont in een opvanginstelling van het Leger des Heils (LdH). Hij volgt een Uitstroom Maatschappelijke Opvang (UMO)- traject. Rond Kerst 2013 heeft hij een aanvaring met een medewerker van het LdH. De medewerker voelt zich bedreigd. LdH ziet zich genoodzaakt de man een ander onderkomen aan te bieden in afwachting van een permanente woning. De man beklaagt zich over gebreken in de woning bij het LdH. Als ze er niet uitkomen, dient hij een klacht in bij de Klachtencommissie Platform Opvanginstellingen Amsterdam (POA), die de klacht ongegrond verklaart. De aanvaring was zo ernstig dat een consult met een medewerker Sexuele Intimidatie Agressie en Geweld (SIAG) nodig was en de commissie kan volgen dat er iets moest gebeuren. Het LdH koos er voor niet te schorsen in verzoekers belang om een UMO woning toegewezen te krijgen. Het bieden van alternatieve woonruimte voor de tussentijd vindt POA niet onredelijk. LdH heeft voldoende pogingen gedaan de alternatieve, tijdelijke woning op te knappen. Een belangenbehartiger van de man vindt dat POA de klacht te makkelijk terzijde heeft geschoven door onvoldoende op klachtgronden in te gaan en vraagt de ombudsman onderzoek te doen.
De man komt langs op het spreekuur. Het hele gebeuren zit hem nog steeds dwars. Hij wil rechtvaardigheid en vergoeding van medische kosten en schoonmaak kosten. Inmiddels heeft hij een eigen woning in Amsterdam Noord. De ombudsman legt hem uit dat hij niet direct bevoegd is over het LdH omdat het geen gemeentelijke organisatie is en interventie is niet meer nodig. Over het incident met Kerst, kan de ombudsman geen oordeel uitspreken. De ombudsman concludeert niets in de zaak te kunnen doen en raadt de man aan om het LdH nogmaals te vragen om een gesprek omdat het hem nog zo dwars zit.