Rapporten en zaakverslagen
Gesprekken over verzuim tijdens schooluren
09-07-2015
Een moeder van drie kinderen in het voortgezet onderwijs kan zich niet vinden in de procedure bij (zorgwekkend)verzuim op de middelbare school van haar kinderen. De gesprekken over het ziekteverzuim met de leerlingen worden tijdens lesuren gehouden, waardoor de kinderen nog meer uren missen. Verder is er volgens haar geen wettelijke onderbouwing voor deze verplichte gesprekken.
Ze beklaagt zich eerst bij Bureau Leerplicht van Amsterdam, die stelt dat leerplichtambtenaren zich niet bezig houden met leerlingen die verzuimen vanwege ziekte, dan is de school aan zet. Indien de school meedoet aan het zogenaamde M@ZL project dan wordt een leerling bij drie keer afwezigheid wegens ziekte in een bepaalde periode opgeroepen door de jeugdarts. Ze vraagt leerplicht nogmaals om haar klacht te behandelen. Ook heeft ze een gesprek met de directeur van de school. Deze deelt haar kritiek niet en voelt zich door het beleid gesteund in de strijd tegen schoolverzuim. Het valt de ombudsman op dat er nog niet is ingegaan op haar punt dat de consulten bij de jeugdarts tijdens lesuren plaatsvinden. Aangezien het project tegen ziekteverzuim ook verband houdt met de missie van bureau Leerplicht, vraagt hij Leerplicht er naar te kijken. Na overleg wordt duidelijk dat bureau leerplicht geen invloed heeft op de tijden, deze stelt de GGD zelf voor. Het was dan ook beter geweest als Leerplicht de klacht had doorgestuurd naar de GGD. Dat gebeurt alsnog.
GGD legt uit dat de artsen tijdens kantoortijden werken en het dan kan gebeuren dat het gesprek tijdens schooltijd is. Het gesprek draagt bij aan het minimaliseren van verzuim op langere termijn, ouders kunnen bellen voor een andere tijd en door de mogelijkheid op school af te spreken, is er geen reistijd voor het kind. De GGD kijkt naar mogelijkheden voor telefonische consulten. Verder zijn oproepen voor jeugdgezondheidszorg meestal tijdens schooltijd omdat de ervaring is dat leerlingen anders vaak niet komen. Over haar klacht over dat het onduidelijk is of de gesprekken verplicht zijn, merkt de GGD op dat er geen signalen zijn dat andere ouders hier een punt van maken. GGD neemt haar opmerkingen over de onduidelijkheid mee bij het maken van de nieuwe folder over dit onderwerp. Na deze reactie van de GGD heeft de ombudsman niets meer van de moeder vernomen. Zelf ziet de ombudsman geen aanleiding voor onderzoek en hij sluit het dossier.
Gezien