Een man geeft tijdens het spreekuur van de ombudsman te kennen dat hij thuis plotseling werd geconfronteerd met een brief van Belastingen Gemeente Amsterdam waarin werd meegedeeld dat hij geen of onvoldoende informatie heeft verstrekt, waardoor de (in eerdere jaren wél verleende) automatische kwijtschelding komt te vervallen. Hij heeft contact opgenomen met Belastingen hierover en heeft vernomen dat hij alsnog een verzoek om kwijtschelding kan indienen, maar nog wel de gevraagde informatie moet overleggen. Dit doet de man. Hij levert de gevraagde informatie aan de balie van de Belastingen af.  Een aantal weken later wordt hij alsnog geconfronteerd met een aanslag gemeentebelastingen. Hij heeft daarop opnieuw telefonisch contact opgenomen met Belastingen om hierover duidelijkheid te krijgen. Naar eigen zeggen is de man vervolgens onprettig te woord gestaan door een medewerker van Belastingen. Omdat hij niet weet wat hij moet doen, wendt hij zich tot de ombudsman. De ombudsman intervenieert in deze zaak en komt tot de ontdekking dat door een fout in de administratie het verzoek om kwijtschelding niet juist in het systeem geregistreerd was. Hierdoor zijn er alsnog aanslagen verzonden. Belastingen heeft de administratieve fout gecorrigeerd en aangegeven dat de man voorlopig de aanslagen niet hoeft te betalen totdat er uitspraak op zijn verzoek om kwijtschelding is gedaan.