Een medewerker van een GGZ instelling wendt zich tot de ombudsman inzake problemen met een indicatie voor opvang van een cliënt. Het betreft hier een cliënt die al jaren crisisopvang nodig heeft en eigenlijk niet meer naar huis kan. De GGZ instelling heeft een plek in een instelling buiten Amsterdam voor hem gevonden, maar nu wordt hij voor de indicatie heen en weer gestuurd door de betrokken gemeenten. De GGZ instelling is bang, dat één en ander te lang gaat duren, waardoor de gevonden plek voor cliënt niet meer mogelijk is. De ombudsman vraagt de gemeente Amsterdam hier met spoed naar te kijken. Amsterdam zegt toe de indicatie te zullen doen en zal dit met voorrang oppakken. De cliënt krijgt van Amsterdam een PGB toegekend. Daardoor lukt het om cliënt alsnog tijdig in de opvang te krijgen vanuit de crisisopvang.

De uitvoering van de wetten Beschermd Wonen en Langdurige Opname ligt sinds 1 januari 2015 bij de gemeente. Dat betekent een nieuwe taak voor de gemeente. De uitvoering is dus nieuw en de ombudsman zal los van deze zaak nagaan hoe één en ander georganiseerd is en hoe het gaat bij de gemeente. Ook zal hij nagaan of de gemeenten niet dusdanige voorwaarden stellen waardoor mensen buiten de boot dreigen te vallen, zoals hier door het heen en weer sturen van gemeenten voor een indicatie.