en vader en een zoon komen op het spreekuur van de ombudsman.
Een andere zoon heeft van de politie een brief ontvangen, waarin hem een beveiligingpas wordt geweigerd, omdat hij aantekeningen heeft staan in het strafregister wegens gepleegde strafbare feiten.
De ombudsman maakt de man duidelijk, dat hij niet bevoegd is uitspraken te doen over beslissingen van de politie, omdat dit aan de nationale ombudsman voorbehouden is.
Voorts adviseert de ombudsman de vader en de zoon om juridisch advies in te winnen over de inhoud van de beslissing om te bezien of bezwaar en beroep kans van slagen heeft.
Nu er geen rol is weggelegd voor de ombudsman sluit hij het dossier.