Een man wendt zich tot de ombudsman inzake een niet nagekomen toezegging van de gemeente in een ontvangstbevestiging op zijn digitaal ingediende klacht, waarin hij verzoekt zijn naam in de basisadministratie te corrigeren. In die ontvangstbevestiging staat dat er binnen een week telefonisch of schriftelijk contact zal worden opgenomen inzake zijn verzoek. De man heeft echter niets vernomen. De ombudsman doet navraag bij de dienst en verneemt, dat de man het verzoek om naamscorrectie per mail één dag voor het indienen van zijn klacht aan stadsdeel Nieuw-West heeft gestuurd en daar een inhoudelijk antwoord op heeft gekregen. De ombudsman stuurt de man dit per mail toe en stelt te vermoeden dat daarom zijn klacht niet meer in behandeling is genomen.

Nu de man inhoudelijk toch antwoord blijkt te hebben gekregen, ziet de ombudsman geen grond tot nader onderzoek en sluit het dossier.