Een man woont in hartje Amsterdam. Het is er druk en zijn woning is omgeven door horeca. Hij woont op de bovenste verdieping van een oud pand en constateert een wildgroei van airco-units en/of afzuiginstallaties die zonder vergunning zijn geplaatst. Hij heeft last van het geluid. Daar komt bij dat een airco aan de voorzijde van een rijksmonument is geplaatst hetgeen verboden is. In 2011 doet hij zijn eerste melding bij Stadsdeel Centrum en begin 2013 vraagt hij het stadsdeel handhavend op te treden. Aangezien er niets gebeurt, stuurt de man begin 2014 een e-mail/klacht naar de stadsdeelvoorzitter. Het stadsdeel stuurt een ontvangstbevestiging maar een inhoudelijke reactie blijft uit. De man legt de zaak aan de ombudsman voor. De ombudsman gaat ter plaatse kijken en legt het relaas van de man aan het stadsdeel voor. Eind oktober 2014 schrijft de afdeling Gebruikstoezicht het stadsdeel twee overtreders aan. In maart 2015 laat de man weten dat er twee afvoerbuizen zijn verwijderd. Hij zegt toe de ombudsman over de verder voortgang te informeren. Als de ombudsman niets meer van de man hoort, sluit hij het dossier.