Rapporten en zaakverslagen
Stichting in beroep tegen huuropzegging Ateliers
03-09-2015
Een stichting vertegenwoordigt een aantal kunstenaars die in een voormalige school atelierruimtes van Stadsdeel West huren. De stichting kan zich niet vinden in het besluit van de gemeente om de huur per 1 januari 2016 op te zeggen teneinde de school op commerciële basis te verhuren of te verkopen. De in de loop der jaren aangevoerde argumenten die tot dit besluit hebben geleid waren volgens stichting niet overtuigend. De stichting kan een aantal beweringen van de gemeente zwart op wit weerleggen.
De stichting wendt zich tot de ombudsman met het verzoek de gang van zaken in onderzoek te nemen. De ombudsman stelt een aantal vragen aan Gemeentelijk Vastgoed die door de rayonmanager West Nieuw West van Gemeentelijke Vastgoed wordt beantwoord. De ombudsman komt tot de conclusie dat nader onderzoek niet zinvol is omdat een mogelijke constatering van onjuiste onderbouwing van de besluitvorming van de gemeente onverlet laat dat de gemeente vrij is om de bestemming van een pand te wijzigen en evenmin gehouden is een huurovereenkomst te verlengen. Aangezien de gemeente de stichting faciliteert bij het vinden van geschikte nieuwe atelierruimtes en de verhuizing daarbij, adviseert de ombudsman de stichting vooral vooruit te kijken en zich gelukkig te prijzen over de hulp die de gemeente haar aanbiedt bij de verhuizing.
De ombudsman vindt wel de gemeente tekort geschoten is de communicatie naar de stichting. Zo laat de rayonmanager weten dat de school gekozen is als meest interessante locatie om als bedrijfsruimte te verhuren vanwege de locatie, de zichtbaarheid, de bereikbaarheid en de hierdoor te verwachte huuropbrengst, terwijl portefeuillehouder van Stadsdeel West heeft gecommuniceerd dat de niet-kostendekkenheid het enige doorslaggevende argument was.
De ombudsman is ook ontevreden over de wijze waarop zijn vragen zijn beantwoord. De antwoorden waren onvolledig en onvoldoende financieel onderbouwd. De oorzaak daarvan is volgens de ombudsman terug te voeren op het feit dat de gemeente pas met ingang van 2012 een MJOP voor de school heeft opgesteld en pas vanaf 2014 in de voorziening geld voor onderhoud heeft gereserveerd. De gemeente meent dat een beschouwingstermijn van tien jaar al een reëel beeld van de jaarlijkse onderhoudskosten geeft terwijl die termijn een te beperkt inzicht geeft. Met name als grote uitgaven die normaal gesproken in 30 jaar, in 10 jaar worden afgeschreven. De ombudsman informeert de stichting, de manager Gemeentelijk Vastgoed en de portefeuillehouder van Stadsdeel West over zijn bevindingen en sluit het dossier.