Een vrouw parkeert met haar onlangs verkregen invalidenparkeerkaart vóór een bord dat een invalide parkeerplaats markeert met onderbord “algemeen”. Zij staat daardoor echter geparkeerd op een op kenteken gereserveerde invalidenparkeerplaats en wordt beboet. Na een afwijzende beslissing van de Officier van Justitie op haar bezwaar waarvan de beroepstermijn allang is verstreken en twee aanmaningen later bedraagt de boete inmiddels  € 740.-. Daarop brengt zij een bezoek aan het spreekuur van de ombudsman. Op de aanmaningen van het CJIB staat duidelijk dat er geen betalingsregeling mogelijk is. Hoewel de ombudsman inhoudelijk niets voor haar kan betekenen neemt dit niet weg dat de hoogte van de boete voor mevrouw met alleen AOW een geweldig obstakel vormt. Daarom neemt de ombudsman contact op de Gemeentelijke Kredietbank (GKB). Blijkt dat wanneer er geen sprake is van andere schulden voor het boetebedrag een lening kan worden afgesloten die in termijnen kan worden afgelost. Mochten er ook andere schulden zijn dan kan een schuldsaneringtraject worden ingezet. Probleem daarbij is echter dat boetes daarin niet worden meegenomen. Mevrouw is door de ombudsman hiervan op de hoogte gesteld. Er zou geen sprake zijn van andere schulden dus is haar geadviseerd contact op te neme met de GKB en aangegeven het dossier te sluiten maar dat zij ingeval van problemen met de GKB natuurlijk weer contact met de ombudsman kan opnemen. Uit navraag door de ombudsman bij zijn nationale collega blijkt dat er in schrijnende gevallen wel een betalingsregeling bij het CIJB mogelijk is. Een eventuele afwijzing kan door de Nationale ombudsman worden getoetst. Dit dossier zal tenslotte verder deel uitmaken van het onderzoek van de ombudsman naar parkeerproblematiek binnen het digitale parkeerplatvorm op zijn website.