Een vrouw komt op het spreekuur van de ombudsman in Almere. Zij beklaagt zich over de geluidsoverlast, die zij ondervindt van de festivals, die nabij haar huis worden georganiseerd. Hierdoor wordt zij elke keer van haar nachtrust beroofd. De geluidsoverlast heeft de vrouw al meerdere malen aangekaart bij de ombudsman. Telkens wordt zij er weer op attent gemaakt, dat zij eerst de klacht moet melden bij de gemeente zelf. De ombudsman vroeg haar tijdens het gesprek of zij recent een melding heeft gedaan bij de gemeente. De vrouw antwoordde dat zij de laatste drie jaar geen melding meer heeft gedaan. De ombudsman legt haar uit, dat er dan geen rol voor hem is weggelegd en wijst haar op eerdere mededelingen aan haar hieromtrent.

Tijdens het gesprek maakt de vrouw zich ook zorgen over een wandelpier, die, naar haar mening, niet veilig begaanbaar is, zeker niet voor kinderen.

Tot slot vertelt de vrouw, dat door een loszittende stoeptegel zij ten val is gekomen. Haar duim is in het ziekenhuis niet goed behandeld, waardoor zij de duim niet goed meer kan gebruiken. Op de vraag van de ombudsman of zij de gemeente en/of het ziekenhuis aansprakelijk heeft gesteld, antwoordt zij ontkennend. Omdat zij ook deze feiten eerst aan de gemeente zou moten melden, kan de ombudsman ook in deze zaken niets voor haar betekenen.

Hij sluit het dossier.