Een man beklaagt zich bij de ombudsman over een ontvangen aanmaning voor een belastingaanslag van gemeente Zaanstad met daaraan gekoppeld de mededeling dat hij binnen tien dagen moet betalen. De man stuurt geen kopie van de aanslag en uit de email kan de ombudsman niet opmaken om welke aanslag het hier gaat. Bovendien laat de man weten dat hij in het buitenland zit en pas over een maand weer terug komt.
De ombudsman stuurt de man een email en vraagt hem om specifieke informatie te verstrekken over de aanslag, al dan niet in de vorm van een kopie. Ook laat de ombudsman weten dat zonder deze informatie er niets voor hem kan worden gedaan. Omdat geen enkele reactie wordt ontvangen, wordt het dossier gesloten.