Rapporten en zaakverslagen
Waardevolle spullen weggegooid door opruimdienst
24-09-2015
Een inwoonster van Stadsdeel Zuid vraagt naar aanleiding van een aankondiging van bestuursdwang voor het opruimen van haar woning een voorlopige voorziening aan bij de rechter. De rechter oordeelt dat er geen grond is om de opruiming tegen te gaan, maar de rechter heeft wel bepaald dat er bij de opruiming waardevolle spullen naar haar eigen opslag gaan. De afdeling Hygiƫnisch Woning Toezicht van de GGD ruimt de woning vervolgens in opdracht van Stadsdeel Zuid op. Volgens de vrouw mocht zijn tijdens de opruiming onder bedreiging van een arrestatie niet aan haar eigen spullen komen. De opruimers hebben juist alle dingen die in haar ogen waarde hebben weggegooid. Er zijn geen waardevolle spullen naar de opslag gegaan.
Ze is tegen het besluit tot opruiming in bezwaar gegaan. Het stadsdeel heeft dit ongegrond verklaard.. Omdat de vrouw zelf geen begin met opruimen heeft gemaakt, was bestuursdwang noodzakelijk om een einde te maken aan de onveilige situatie. Het is de bezwaarschriftencommissie niet gebleken dat de gemeente onbehoorlijk of onbetamelijk heeft gehandeld bij de uitvoering. De GGD zegt over de opslag van spullen dat bij de voorlopige voorziening weliswaar is afgesproken dat zij mocht uitzoeken wat naar de opslag moest en wat in de woning moest blijven, maar dat dit niet betekent dat over elke krant en doos kon worden overlegd. De stelling van de vrouw dat waardevolle juist zijn vernietigd en waardeloze spullen opgeslagen, roept bij de ombudsman vragen op. De vrouw kiest er voor om in beroep te gaan bij de rechter en om die reden is de ombudsman niet meer bevoegd onderzoek te doen.