Een man heeft van 2010 tot 2013 succesvol een minnelijk schuldsaneringstraject doorlopen via destijds Stadsbank van Lening, nu Plangroep, in Almere. Nadat het traject in april 2013 is afgerond, wordt hij geconfronteerd met beslaglegging op zijn inkomen. Volgens de man moet het om een oude schuld gaan, maar hij weet niet welke. Hij was in de veronderstelling dat hij na het traject een schone lei had. Sindsdien vraagt hij Plangroep om de paar maanden telefonisch of bij de balie om zijn dossier en in het bijzonder naar een overzicht van de schulden en aflossingen. Hij krijgt als antwoord dat het traject is afgerond en hij geen informatie krijgt. Hij heeft eind maart 2015 een advocaat ingeschakeld, die heeft toegezegd zijn dossier bij Plangroep op te gaan vragen. Nu een advocaat de belangen van deze man in deze zaak behartigt, hoeft de ombudsman niet te interveniëren. De ombudsman biedt de advocaat de mogelijkheid de ombudsman in te schakelen indien Plangroep na zes weken geen bevredigend antwoord geeft. Als de ombudsman na enkele maanden niets meer vernomen heeft, gaat hij er vanuit dat zijn bemoeienis niet meer nodig is en hij sluit het dossier.