Rapporten en zaakverslagen
Vergoeding huishoudelijke hulp wordt met 75% verlaagd
01-10-2015
Een oudere vrouw bezoekt het spreekuur van de ombudsman. Zij verzorgt al jarenlang haar zieke man, wiens gezondheidstoestand zowel fysiek als geestelijk steeds verder achteruitgaat. Zelf merkt ze met het klimmen der jaren dat het haar ook steeds zwaarder valt. Niet alleen de verzorging van haar man en alles wat daarbij komt kijken maar ook om het huishouden draaiende te houden. De man ontvangt een PersoonsGebonden Budget (PGB) waaruit hulverleners betaald worden, daarnaast is er ook 300 minuten huishoudelijke hulp via Maatschappelijke Ondersteuning (MO) geregeld. Na een herindicatie eind 2014 wordt gesteld dat de huishoudelijke hulp ook uit het PGB moet worden betaald, de PGB kent de zogenaamde ZZP-verhoging (omdat er sprake is van een indicatie voor Langdurig Verblijf) waaruit huishoudelijke hulp betaald kan worden. Met ingang van oktober 2015 is dit niet langer een kan- maar een moet bepaling zo stelt de gemeente. In september 2014 is deze visie door de Rechtbank van Amsterdam onderschreven. In bezwaar blijkt overigens dat er ook dan nog recht is op 80 minuten huishoudelijke hulp per week vanuit de MO omdat met de ophoging niet kan worden voorzien in de benodigde huishoudelijke hulp.
De vrouw kan zich hierin echter niet vinden, ze wil absoluut niet dat haar man in een verpleeghuis moet worden opgenomen, maar weet nu al niet meer hoe ze de verzorging moet regelen en financieren. Ze maakt zich ernstig zorgen over de toekomst.
De ombudsman vraagt de gemeente om met de vrouw in gesprek te gaan om de (on-)mogelijkheden te bespreken. Het echtpaar heeft geen keukentafelgesprek gehad, dus de daadwerkelijke zorg/hulpvraag is wellicht niet eens duidelijk. De gemeente gaat niet in op het verzoek om een gesprek, maar legt de (juridische) gang van zaken nogmaals uit en lijkt er ook vanuit te gaan dat een keukentafelgesprek wel heeft plaatsgevonden.
Opnieuw vraagt de ombudsman de gemeente om met de vrouw in gesprek te gaan, het keukentafelgesprek heeft immers niet plaatsgevonden. Uiteindelijk regelt de gemeente een keukentafelgesprek voor de vrouw, zij staat hier gelukkig nog steeds positief tegenover. De vrouw ziet graag dat een medewerker van de ombudsman aanschuift bij dat gesprek en dat zeggen wij haar graag toe. In afwachting van het gesprek, sluit de ombudsman het dossier.