Een man en zijn gezin wonen in een woning in Stadsdeel West. Zij hebben een eigen opgang in de ene straat maar hun adres is gelegen om de hoek in een andere straat waar zich de voordeuren bevinden van de onder- en bovenburen. Door deze verwarrende situatie wordt de post van de man meestal bij zijn buren bezorgd. De man heeft geen goede relatie met zijn onderburen die zijn post volgens hem achterhouden. De onderbuurman wil niet dat er een bordje voor de postbode bij zijn voordeur wordt geplaatst om de postbezorgers erop te wijzen dat de post voor de man in de brievenbus om de hoek moet worden gegooid. Deze situatie is al jaren aan de gang met voor de man vervelende gevolgen. Belangrijke post van overheidsinstanties bereikt hem niet. De man heeft al veel geprobeerd om dit opgelost te krijgen. Hij legt de zaak aan de ombudsman voor. De ombudsman besluit in overleg met de man om een aanvraag in te dienen voor een nummerbeschikking. De gemeente kent de man een (ander) adres en huisnummer toe in de straat waar zijn voordeur aan gelegen is. De man is tevreden met deze oplossing. De ombudsman sluit het dossier.