Een man bezoekt het spreekuur van de ombudsman in Zaanstad. Hij vertelt dat zijn vrouw graag de Nederlandse nationaliteit wil krijgen. Daarom hebben ze bij de gemeente een gesprek gehad en een aanvraag ingediend. De legeskosten zijn meer dan € 600,-. Vervolgens beslist de IND op de aanvraag: de vrouw komt nog niet voor naturalisatie in aanmerking, daarvoor is ze nog niet lang genoeg in Nederland. Hierop heeft het stel opnieuw, overigens prettig, contact met de gemeente. Zij zouden graag zien dat ze niet nogmaals legeskosten hoeven te betalen zodra de vrouw wel voor naturalisatie in aanmerking komt en een nieuwe aanvraag kan indienen. De gemeente stuurt het stel daarop een brief, maar die geeft onvoldoende houvast. Daarom vraagt de ombudsman de gemeente om nog eens te beoordelen of er iets geregeld kan worden voor de legeskosten. Aanvankelijk laat de gemeente weten dat dit aan de IND is, maar bij nader inzien is de gemeente van mening dat de burger niet de dupe moet zijn van deze onderlinge taakverdeling. De gemeente zal de legeskosten terugstoren. Het stel is erg blij en opgelucht.