Een man heeft een indicatie van het CIZ voor verblijf, begeleiding en persoonlijke verzorging, omdat hij een beschermde woonomgeving met intensieve begeleiding nodig heeft. Hij vindt dat de instelling waar hij is ondergebracht tekort is geschoten in de invulling van deze taak.

Vanaf 2012 is de man in verschillende opvangcentra geweest. Bij het Leger des Heils en laatstelijk bij de Volksbond. In beide opvangcentra voelde de man zich bedreigd door medebewoners. Voorts vindt hij dat hij niet genoeg begeleid is in het traject naar uitstroom maatschappelijke opvang. Dit traject is bedoeld om (niet zelfredzame) daklozen binnen 6 maanden te laten doorstromen naar een zelfstandige woning.

De man heeft hierover diverse klachten ingediend, waarop hij geen of onvoldoende reactie heeft gekregen. De klachtencommissie Opvang Instellingen Amsterdam heeft zijn klacht gegrond verklaard. Het POA vraagt de Volksbond in gesprek te gaan met de man. Omdat de man geen vertrouwen meer heeft in de Volksbond wendt de man zich tot de ombudsman.

De ombudsman neemt contact op met de Volksbond en hoort van hen, dat zij diverse pogingen hebben ondernomen om met de man in gesprek te komen, maar dat de man de voorwaarden, die gesteld worden voor de uitstroom door de man niet geaccepteerd worden.

Een van de voorwaarden is dat de man in inkomensbeheer zou moeten, maar, zo laat de Volksbond weten, er kan over gepraat worden. Om het vertrouwen in de Volksbond weer terug te krijgen nodigt de ombudsman de man en alle partijen betrokken bij de uitstroom uit bij hem op kantoor met elkaar in gesprek te gaan.

Aanvankelijk was de man hierover zeer ingenomen, maar op het laatste moment liet hij het afweten.

De ombudsman is genoodzaakt het dossier te sluiten.