Rapporten en zaakverslagen
Gemeente handelt oplossingsgericht inzake parkeerplek
16-11-2015
Een 80-jarige bewoner uit Krommenie met een zware longaandoening parkeert zijn auto al jarenlang op de in-/ uitrit naar zijn garage. De in-/uitrit betreft openbare ruimte. De man heeft een uitwegvergunning. Gezien zijn longaandoening is het voor de man van belang dat hij zijn auto in de directe nabijheid van zijn woning kan parkeren. Op een dag krijgt hij een boete omdat hij voor een uitrit (zijn garage) geparkeerd staat. Enige tijd later volgt een tweede boete. De man tekent beroep aan (tegen de eerste boete) maar dit wordt ongegrond verklaard. De man is het er niet mee eens en dient een klacht in bij de gemeente en de ombudsman. Medewerkers van de ombudsman schouwden ter plaatse en bespreken de zaak met de man. Deze laat weten dat hij ook een aanvraag heeft ingediend voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. Deze aanvraag is afgewezen omdat hij een garage heeft. Hij kan deze echter niet gebruiken om zijn auto in te parkeren omdat in de garage een loopband en zuurstofcilinders staan. De man heeft deze nodig omdat hij aan de beademing is . Naar aanleiding van de schouw wordt aan Zaanstad gevraagd de klacht af te handelen waarbij tevens gemeld wordt waarom de man zijn auto niet in de garage kan parkeren. Na overleg met de ombudsman laat de gemeente Zaanstad weten dat het parkeren op de in-/uitrit, op maatschappelijke gronden, gedoogd zal worden. Verder zal contact worden opgenomen met het CJIB om de bon te restitueren. De man is blij dat er een oplossing gevonden is, maar blijft van mening dat hij, op grond van de uitwegvergunning, op de in-/uitrit mag parkeren en geen boete had mogen hebben. De ombudsman is niet bevoegd een oordeel te vellen over de opgelegde boetes. Hij acht het handelen van de gemeente Zaanstad oplossinggericht. Temeer nu de gemeente bij het CJIB zal proberen de kosten gerestitueerd te krijgen van de boete. Gezien deze ontwikkeling wordt overgegaan tot sluiting van het dossier.