Een vrouw legt het volgende voor aan de ombudsman. Tegen het verlenen van de evenementen- / omgevingsvergunning voor Amsterdam Open Air zijn door omwonenden meerdere bezwaarschriften ingediend. Enkele tientallen bezwaarschriften zijn niet ontvankelijk verklaard omdat deze niet tijdig zouden zijn ingediend. Volgens de vrouw is dit het gevolg van een niet correcte interpretatie van de Algemene wet bestuursrecht door de gemeente Amsterdam. De vrouw legt voor dat het stadsdeel bij de berekening van de termijn uitgaat van de datum van bekendmaking van de vergunning aan de aanvrager, terwijl in de praktijk er een week of meer zit tussen bekendmaking aan de aanvrager en bekendmaking aan derdebelanghebbenden via de website. Hierdoor hebben belanghebbenden vaak minder dan zes weken om een bezwaarschrift in te dienen. Ook stelt de vrouw dat de verlening van een vergunning vaak erg kort voordat een evenement plaatsvindt, waardoor de bezwaarprocedure op zichzelf al ondermijnd wordt. De vrouw wacht overigens nog steeds op de hoorzitting in het kader van de verstrekking van een omgevingsvergunning in 2014. Over de gang van zaken dient zij een klacht in bij Stadsdeel Zuidoost. Nagenoeg tegelijkertijd stapt zij naar de Gemeentelijke Ombudsman. De ombudsman laat de vrouw weten dat zij eerst de klachtafhandeling door Zuidoost dient af te wachten. Mocht de reactie haar niet tevreden stellen, of reageert het stadsdeel niet binnen de wettelijke termijnen, dan kan zij zich alsnog tot de ombudsman wenden.