Een man heeft voor zijn zaak een internetverbinding nodig. Hij heeft hiervoor een offerte aangevraagd bij een provider. In die offerte wordt de man eenmalige kosten in rekening gebracht, omdat er in gemeentegrond een nieuwe kabel aangelegd moet worden en daarvoor de benodigde vergunningen aangevraagd moeten worden bij de gemeente. De man wendt zich tot de ombudsman, omdat hij de kosten onevenredig hoog vindt. De ombudsman adviseert de man navraag te doen bij de gemeente welke vergunningen er aangevraagd moeten worden en welke kosten aan deze vergunningen zijn verbonden. De man krijgt als informatie dat er inderdaad sprake is van een vergunningaanvraag en dat daar vastgestelde bedragen voor staan. Nu de informatie met betrekking tot de vergunningen en de kosten ervan duidelijk is geworden en deze kosten bovendien niet de onevenredigheid van de kosten van de offerte betreffen is er geen rol meer weggelegd voor de ombudsman en sluit hij het dossier.