Rapporten en zaakverslagen
Maandelijkse inhouding voortgezet ondanks stopzetting inkomsten
08-12-2015
Een Amsterdamse bijstandsgerechtigde werkt in 2011/2012 enkele maanden via de gemeente bij een bedrijf. Maandelijks wordt er € 100,- op haar uitkering ingehouden ter verrekening van haar inkomsten. Het bedrijf betaalt het loon van de vrouw niet en de arbeidsovereenkomst wordt per 1 april 2012 beëindigd. Desondanks wordt de maandelijkse inhouding voortgezet. Hoewel de vrouw een enkele keer contact met de gemeente heeft in het kader van haar uitkering, komen het werk en de inhouding verder niet ter sprake. De vrouw leent geld van familie en wanneer dat niet meer mogelijk is, gaat ze naar de ombudsman.
Een telefoontje naar de gemeente leert dat er inderdaad iets mis lijkt te zijn gegaan. De gemeente gaat binnen twee weken contact met de vrouw opnemen om opheldering te krijgen over haar inkomsten tot 1 april 2012. De maandelijkse inhouding zal met onmiddellijke ingang worden beëindigd en er moet een nabetaling van het te veel ingehoudene komen. Het bedrag dat na beëindiging van het werk is ingehouden, betaalt de gemeente meteen terug. De gemeente onderzoekt hoe het zat in de periode dat de vrouw nog wel een arbeidsovereenkomst had en loonstroken ontving, maar geen salaris kreeg. Twee maanden later bericht de gemeente de vrouw dat ze ook de eerdere inhoudingen terugkrijgt. De jaaropgave van de vrouw valt hierdoor hoger op, schrijft de gemeente haar.
De ombudsman weet dat dit kan leiden tot terugvordering van toeslagen door de Rijksbelastingdienst. Afhankelijk van de individuele omstandigheden is hiervoor bijzondere bijstand mogelijk. Dat vermeldt de gemeente niet in de brief. Desgevraagd zegt de gemeente aan de ombudsman dat zo’n mededeling verwachtingen wekt die misschien niet kunnen worden waargemaakt. De ombudsman antwoordt dat wijzen op de mogelijkheid van een aanvraag actieve informatieverstrekking is. Dat kan nooit verkeerd zijn. Als burgers niet weten dát er – onder voorwaarden – bijzondere bijstand mogelijk is, zullen ze zelfs niet denken aan het indienen van een aanvraag. Langs deze weg wijst de ombudsman de gemeente nog eens op het belang van actieve informatieverstrekking aan de burger.
Daarnaast vraagt de ombudsman onder verwijzing naar de Beleidsvoorschriften Werk, Participatie en Inkomen om de wettelijke rente aan de vrouw te vergoeden.
Weer een maand later schrijft de gemeente de vrouw dat zij in aanmerking komt voor een bedrag van € 301,68.
Gezien deze ontwikkeling is er voor de ombudsman geen rol meer weggelegd. Hij sluit het dossier.