Een man wendt zich namens zijn zus tot de ombudsman. Met hulp van de woningbouwvereniging heeft de vrouw, die psychische klachten heeft, een nieuwe woning toegewezen gekregen.

De Gemeente Amsterdam heeft haar aanvraag voor bijzondere bijstand van inrichtingskosten afgewezen. Op advies van de gemeente heeft de vrouw via haar maatschappelijk werkster een beroep gedaan op het Fonds Bijzondere Noden. Dat verzoek is al in september gedaan, de woning is inmiddels begin oktober opgeleverd, maar de vrouw heeft nog steeds geen duidelijkheid over toekenning van haar verzoek door het Fonds bijzondere noden. Ze is weliswaar verhuisd maar de woning is nog kaal, en de vrouw verblijft nu noodgedwongen bij haar moeder.

De ombudsman informeert bij het Fonds Bijzondere Noden naar de situatie. Hij krijgt te horen dat het verzoek eind september is ontvangen en toegekend is en alleen nog goedgekeurd moet worden. De ombudsman laat de man weten dat zijn zus in de week van 19 oktober – via de maatschappelijk werkster - bericht zal krijgen over verstrekking van bijzondere noden. Desgevraagd verneemt hij van het Fonds Bijzondere Noden dat er een uitbetaling heeft plaatsgevonden voor kosten vloerbedekking en bed en er bovendien een dubbeldeurs koelkast is verstrekt. Hij sluit daarop het dossier.