Rapporten en zaakverslagen
Verplicht betalen promotiegeld markt
20-01-2016
Een marktkoopman heeft een kraam op een markt in Amsterdam. Volgens de Heffingsverordening van het stadsdeel moet de man elk kwartaal leges te betalen voor zijn staanplaats en de door het stadsdeel geleverde diensten. Een van deze diensten is de promotie van de markt. Deze zogenoemde promotiegelden van €0,50 per dag worden vervolgens als subsidie ter beschikking gesteld aan een stichting ten behoeve van het verrichten van promotiewerkzaamheden. De Stichting en de Ondernemersvereniging van de markt stellen het stadsdeel op enig moment voor een verhoging van de promotiegelden in te voeren.
Het stadsdeel kondigt in een brief aan de marktkooplieden aan de heffingsgelden met 100% te zullen verhogen als tweederde van de reacties op het onder de marktkooplieden verspreide enquêteformulier positief is. Ondanks het feit dat de vereiste tweederde meerderheid met vijf stemmen niet gehaald is, ziet het Dagelijks Bestuur aanleiding de stadsdeelraad positief te adviseren over de verhoging van de promotiegelden. De stadsdeelraad stemt uiteindelijk in met de verhoging. De marktkoopman is het hier niet eens tekent bezwaar aan tegen de aanslag. Hij voert onder meer aan dat hij twijfelt aan de uitkomst van de stemming onder de marktkooplieden. De marktkooplieden konden anoniem hun stem uitbrengen en de man kent alleen collega’s die tegenstemden. Daarnaast is hij het niet eens met de besteding van de promotiegelden en het feit dat hij hierop geen invloed kan uitoefenen. Hij stelt verder dat er sprake is van rechtsongelijkheid omdat andere marktkooplieden de promotiegelden niet betalen. De bezwaarschriftencommissie overweegt dat de stadsdeelraad een eigenstandige bevoegdheid heeft om over verhoging van de promotiegelden te beslissen en niet gebonden is aan de uitkomst van een enquêteformulier. De commissie stelt vast dat het Dagelijks Bestuur in het feit dat meer marktkooplieden hun stem hadden uitgebracht dan verwacht, wel aanleiding zag de stadsdeelraad positief te adviseren over de verhoging. De commissie heeft geen reden om aan de juistheid van de weergave van het resultaat te twijfelen. Ten aanzien van de besteding van de promotiegelden stelt de commissie dat de stichting vrij is deze gelden naar eigen inzicht te besteden, binnen de subsidievoorwaarden. De commissie constateert dat indien er niet betaald wordt door de marktkooplieden, er door de afdeling Belastingen een incassoprocedure gestart wordt. De man heeft niet voldoende aangetoond dat andere marktkooplieden ongestraft niet betalen. Zijn bezwaar wordt door het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel ongegrond verklaard. De man kan zich er niet in vinden dat hij als zelfstandig marktkoopman überhaupt promotiegeld moet betalen, laat staan dat deze gelden met 100% verhoogd worden. Hij wendt zich vervolgens tot de ombudsman. De verplichting van de marktkoopman tot het betalen van promotiegeld is neergelegd in de Heffingsverordening van het stadsdeel. Dit is een vorm van beleid. De ombudsman is niet bevoegd te oordelen over de inhoud van beleid. Dit is alleen anders als de uitvoering daarvan in een individueel geval een onaanvaardbare uitkomst tot gevolg heeft. De ombudsman constateert echter dat marktkoopman ook direct of indirect van de effecten van de promotiewerkzaamheden profiteert. Hij heeft ook geen vermoeden van onbehoorlijk handelen bij de totstandkoming van dit beleid, nu de meerderheid van de marktkooplieden die hun stem uitbrachten voor de verhoging stemde en zowel het Dagelijks Bestuur als de (toenmalige) Stadsdeelraad zich hierover heeft kunnen uitspreken. Als de man zich wil uitspreken over de inhoud van beleid, dan kan hij zich wenden tot de bestuurscommissie van het betreffende stadsdeel.