Een moeder wendt zich tot de Gemeentelijke Kinderombudsman (GKO) omdat zij met haar dochter een zwervend bestaan leidt. Zij woonden bij oma, maar oma wil dat niet langer. Er is een ondertoezichtstelling en Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) vindt de situatie bij oma ook niet langer veilig. Zij zouden bij een vriend kunnen gaan wonen, maar deze vindt het niet goed dat ze zich op zijn adres inschrijven en daarom gaat JBRA niet akkoord met deze verhuizing. De moeder is bezig met een urgentieaanvraag bij Wonen, maar moet in de tussentijd ergens onderdak hebben. Zij vindt dat JBRA zich onnodig formeel opstelt door inschrijving in het BRP op het adres van de vriend te verlangen. Zij vreest nu dat JBRA haar dochter uit huis zal plaatsen.
Navraag bij JBRA leert dat de situatie iets genuanceerder ligt. JBRA verlangt inschrijving omdat moeder dat nodig heeft voor haar uitkering en zorgverzekering voor haarzelf en haar dochter. Er blijkt een afspraak met Vangnet geregeld te zijn om moeder en dochter tijdelijk onder te brengen in een HVO-hotel, maar moeder wil dat niet. Ook is een EigenKracht-conferentie geregeld, als moeder haar vriend naar deze conferentie meeneemt kan mogelijk iets geregeld worden voor inschrijving, opvoedingsondersteuning etc.  Probleem is dat urgentie nog wel even zal duren omdat moeder eerst haar schulden op orde moet hebben. Moeder is bezig met een traject bij Doras.
De GKO adviseert moeder om zowel naar de afspraak met Vangnet te gaan als de vriend mee te nemen naar de conferentie. Later blijkt de vriend niet te zijn verschenen, maar er is wel een andere tijdelijke oplossing verzonnen voor de woonsituatie. Aangezien uit contacten met gezinsmanager blijkt dat deze goed met moeder en kind meedenkt, zal de GKO dit dossier sluiten.