Rapporten en zaakverslagen
Geen vermoeden onbehoorlijk handelen inzake kwijtschelding gemeentebelastingen
03-02-2016
Een man dient een verzoek om kwijtschelding voor de gemeentebelastingen in bij Belastingen, gemeente Amsterdam. Het verzoek wordt afgewezen omdat de man teveel vermogen zou hebben. Zijn dochter gaat namens hem in administratief beroep en voert onder meer aan dat Belastingen bij het berekenen van het vermogen niet heeft rekening gehouden met het feit dat er binnen een periode van één maand net twee keer een bijstanduitkering is gestort. Belastingen wijst ook het beroepschrift af. De ombudsman neemt de zaak in onderzoek en constateert dat Belastingen procedureel gezien enkele steken heeft laten vallen. Zo heeft Belastingen verzuimt om in de motivering van de afwijzing van het beroepschrift op alle aangevoerde punten in te gaan. De reactie is te beknopt. Bovendien was dochter gemachtigde en had zij vroegtijdig kenbaar gemaakt dat zij alle correspondentie op haar adres wenst te ontvangen. Belastingen bleef de correspondentie echter naar het adres van haar vader sturen. Inhoudelijk gezien ziet de ombudsman echter geen aanleiding om het onderzoek verder voort te zetten. Weliswaar is er aan het begin en aan het eind van de maand een storting geweest, in de tussenliggende periode is het saldo geslonken door uitgave van de vaste lasten in die maand. Tot slot zijn er in die maand meermaals grote bedragen opgenomen. Dit is bij de berekening van het vermogen buiten beschouwing gelaten en toch heeft meneer nog teveel vermogen. De ombudsman heeft daarom geen vermoeden van onbehoorlijk handelen.