Een man bezoekt het spreekuur van de ombudsman omdat zijn 13 jarige dochter een ernstig verkeersongeluk heeft gehad bij de Diepenbrockstraat in Amsterdam. Hoewel het meisje ernstig gewond raakt overleeft zij het ongeval gelukkig wel. Volgens de man werd het ongeluk mede veroorzaakt door het gebrek aan toezicht op straat en de inrichting van de openbare ruimte.

Naar aanleiding van het verhaal van de man doet de ombudsman navraag bij de gemeente. De gemeente geeft aan dat er op korte termijn een herprofilering van de Diepenbrockstraat zal plaatsvinden. De ombudsman arrangeert vervolgens een gesprek met de man en de gemeente. Na dit gesprek vraagt de ombudsman aan de politie of zij de man meer duidelijkheid kunnen geven over het toezicht op straat. Er vindt vervolgens een gesprek met de man en de politie plaats. Naar aanleiding van dit gesprek vraagt de politie aan de ombudsman naar de gegevens van de projectleider van de herprofilering van de Diepenbrockstraat, om samen naar de veiligheid te kijken. De vader ervaart de gesprekken als prettig en is blij dat hij in de gelegenheid wordt gesteld zijn signalering ter attentie van de veiligheid aan te kaarten. De ombudsman sluit vervolgens het dossier.