Een man woont aan een dijk. De weg bij zijn woning betreft een voetpad. De man parkeert zijn auto al jaren in de berm van het voetpad. De gemeente gedoogt deze situatie. Stadsdeel Oost is voornemens om het voetpad opnieuw in te richten. Het is de bedoeling dat de parkeerplaats verdwijnt. De man dient op eigen terrein een parkeerplaats aan te leggen. De man kan zich hierin niet vinden en legt de zaak aan de ombudsman voor. De ombudsman stelt een onderzoek in. Het stadsdeel laat weten dat de dijk moet worden beschermd en niet in gevaar mag komen. Het stadsdeel laat verder weten veelvuldig contact met de man te hebben gehad over de plannen van het stadsdeel. Er is ook een bijeenkomst geweest met alle bewoners van de dijk. Tijdens de bijeenkomst is ook naar voren gekomen dat de andere bewoners hun auto dienen te parkeren op eigen terrein. Op basis van deze toelichting ziet de ombudsman geen aanleiding het onderzoek voort te zetten. Hij sluit het dossier.