Meneer Van Doorn* komt bij de ombudsman over de afwijzing van zijn aanvraag om een driewiel fiets met hulpmotor. Hij is van mening dat hij nu door de gemeente verplicht wordt om ook voor korte afstanden zijn auto te gebruiken. Hij heeft bezwaar aangetekend tegen deze beslissing maar ook dat is afgewezen. De ombudsman vindt zowel de afwijzing als de beslissing goed gemotiveerd en hij heeft dan ook geen aanwijzing dat de gemeente een onjuiste beslissing heeft genomen. Omdat meneer Van Doorn erg ontevreden is en ook niet begrijpt hoe deze beslissing tot stand is gekomen of gerechtvaardigd kan worden, vraagt de ombudsman de gemeente om contact met hem op te nemen. Dit doet de gemeente en meneer Van Doorn laat weten het prettig te vinden dat er contact met hem wordt opgenomen. Hij blijft het wel oneerlijk vinden dat dit soort voorziening niet meer via de gemeente te verkrijgen zijn. Hij begrijpt nu wel beter waarom er is afgewezen en inmiddels heeft hij zelf al een elektrische fiets met extra wieltjes aangeschaft. De ombudsman sluit het dossier, maar wil wel aan de gemeente het belang van een mondelinge toelichtingin een gesprek met de burger benadrukken. Dat kost misschien wat extra tijd maar het voorkomt oook veel extra werk.

*gefingeerde naam