Rapporten en zaakverslagen
Communicatie inzake inkomsten uit werk niet duidelijk
11-07-2016
Een man met een wsw indicatie ontvangt al jaren een aanvullende bijstandsuitkering. In 2010 is hij via WPI bij Pantar aan het werk gegaan (max 20 uur per week). Hij werkt daar met veel plezier. Desgevraagd heeft hij toen de eerste salarisspecificatie van Pantar aan de dienst gegeven. Hij gaat er vanuit dat WPI vanaf dat moment zijn inkomsten van Pantar juist verrekent met zijn uitkering. In december 2015 trekt WPI plotseling bij de man aan de bel: de man krijgt te horen dat hij heeft nagelaten inkomstenverklaringen en loonspecificaties van Pantar op te sturen naar WPI. WPI vraagt de man salarisspecificaties van Pantar vanaf 1 januari 2014 tot eind december 2015 in te leveren. Er volgt een herberekening en een terugvordering. Nog voordat de man het terugvorderingsbesluit heeft ontvangen blijkt WPI al te zijn begonnen met inhouding / verrekening op zijn uitkering; de man ontdekt dat door de hoogte van het bedrag dat WPI hem in januari 2016 uitbetaalt. De man is van slag door het in zijn ogen verwijt aan zijn adres, en kan de gevolgen van de inhouding op zijn aanvullende uitkering helemaal niet overzien. Hij wendt zich in paniek tot een kennis. Die stapt naar de ombudsman. De ombudsman organiseert een gesprek met enkele teammanagers, de betrokken inkomensconsulent, vertegenwoordiging van het klachtenteam en de kennis van de man. WPI laat weten steken te hebben laten vallen, onder meer door de man geen inkomstenverklaringen te hebben gestuurd. Hierop besluit WPI om het teruggevorderde bedrag kwijt te schelden. De man is hier blij mee. Verder constateert de ombudsman dat dit besluit de man emotioneel uit zijn evenwicht heeft gehaald. Hij vraagt aandacht voor de manier waarop dergelike besluiten afgestemd worden (qua communicatie ) met klanten uit deze (WSW) doelgroep. Dit om te voorkomen dat de man in de toekomst weer uit zijn evenwicht wordt gehaald. De mogelijkheid van een machtiging wordt verkend, opdat zijn vertegenwoordiger de post van WPI kan ontvangen. De man wil dat niet, en spreekt wel met zijn vertegenwoordiger af dat die 1 x per twee weken de post met hem doorneemt. De ombudsman brengt de man ook in contact met een maatschappelijk werkster van Doras die op lokatie van Pantar spreekuren heeft en de man te woord kan staan als hij vragen of onduidelijkheden heeft over besluiten. De ombudsman kaart in zijn kwartaalrapportage wel het belang van juiste communicatie met de WSW geindiceerden doelgroep aan. Hij sluit het dossier.