Een advocaat verzoekt de gemeente de beslagvrije voet aan te passen voor zijn cliënte. Hij dient dit verzoek in op 25 februari. Omdat de advocaat geen antwoord krijgt op zijn verzoek , ook niet na herinneringen, wendt hij zich eind april tot de ombudsman. De ombudsman stuurt in overleg met de advocaat de klacht door naar de gemeente/belastingen en verzoekt de gemeente om het verzoek tot aanpassing van de beslagvrije voet met spoed in behandeling te nemen Immers in het kader van 1 stad 1 dienstverlening en op grond van de doorzendplicht wordt de gemeente geacht het verzoek op 25 februari te ontvangen hebben. De gemeente komt hieraan tegemoet. De ombudsman sluit het dossier.