Een inwoonster van Almere vraagt begin november 2015 bijzondere bijstand aan voor vloerbedekking en een fiets. Ze heeft hierover in november nog telefonisch contact. Tot haar verbazing ontvangt ze in januari 2016 geen besluit, maar een bevestiging van intrekking van de aanvraag van de gemeente. De gemeente verwijst daarin naar het telefoongesprek in november waarin ze de aanvraag ingetrokken zou hebben. Ze dient eind februari 2016 een bezwaarschrift in, waaruit blijkt dat van intrekking geen sprake is. De gemeente vraagt haar vervolgens om toe te lichten waarom ze het bezwaar te laat heeft ingediend. In haar reactie schrijft de vrouw dat ze de aanvraag nooit heeft ingetrokken. Ook wijst ze erop dat de gemeente een aanvraag niet zomaar mag intrekken. Ze vraagt de gemeente ook om schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat de aanvraag ingetrokken zou zijn. Almere besluit het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren omdat de vrouw het bezwaar te laat heeft ingediend. De vrouw stapt naar de ombudsman. De ombudsman vraagt de gemeente om de vrouw uit te nodigen voor een gesprek en haar aanvraag alsnog te behandelen, nu duidelijk is dat het niet de bedoeling was van de vrouw de aanvraag in te trekken. De gemeente nodigt de vrouw uit voor een gesprek. De aanvraag wordt alsnog met spoed in behandeling genomen. De vrouw laat weten inmiddels van iemand een fiets te hebben gekregen en dus geen bijzondere bijstand meer voor deze kostenpost nodig te hebben. De gemeente besluit naar aanleiding van het gesprek ook een aanvraag voor bijstand voor inkomensafhankelijke toeslag in behandeling te nemen. Daarbij is het formeel nodig dat de vrouw van elke werkgever loonspecificaties inlevert. Om de vrouw te ontlasten besluit de gemeente dat een IB60 formulier volstaat. De manier waarop er gereageerd is op het bezwaarschrift vormt voor de klachtencoördinator aanleiding om als voorbeeldcasus mee te nemen in het opleidingtraject voor medewerkers Bezwaar en Beroep. De gemeente laat verder weten dat er op grond van de aangetroffen situatie bij een huisbezoek geen bijzondere bijstand voor vloerbedekking wordt toegekend. De vrouw heeft de aanvraag voor de inkomensafhankelijke toeslag nooit doorgezet. De ombudsman vraagt de klantmanager hier nog eens actief bij de vrouw naar te informeren en sluit vervolgens de zaak.